In 1912 componeerde Schönberg Pierrot lunaire, een van de sleutelwerken die hem beroemd zouden maken, op teksten van de Belgische symbolistische dichter Albert Giraud. Hierin stelde de componist een nieuw stemgebruik voor, het Sprechgesang, want, om zijn woorden te gebruiken: "Pierrot Lunaire kan je niet zingen". Het werk, in een Duitse vertaling van Otto Erich Hartleben, laat een vleugje bijtende ironie en brille zien in de visioenen van Pierrot, met een sterke invloed van het Berlijnse cabaret, dat in die tijd erg in de mode was.
Hanns Eisler, een leerling van Schönberg en medewerker van Bertolt Brecht, werd ook beïnvloed door het Berlijnse cabaret en de jazz. In 1941, ter gelegenheid van Schönbergs 70e verjaardag, schreef Eisler Veertien manieren om regen te beschrijven. Hierin nam hij de dodecafonische techniek van zijn leermeester over. Het werk werd gecomponeerd als begeleiding bij "Regen", een kortfilm van de Nederlandse filmmaker Joris Ivens.
Stem/sprechstimme: Marianne Pousseur
Les Solistes de la Chapelle Musicale de Tournai:
Viool/altviool: Laurent Houque
Altviool: Hugo Ranilla
Cello: Cyril Simon
Fluit/piccolo: Marianne Jossinet
Klarinet/basklarinet: Anna Ferrandis Vila
Piano: Thomas Dieltjens
Muzikale leiding: Philippe Gérard
Muzikaal programma:
Hanns Eisler (1898 - 1962), Vierzehn Arten den Regen zu beschreiben op.70 (1941) op een film (Regen) van Joris Ivens
Arnold Schönberg (1874 - 1951), Pierrot lunaire, op.21 (1912) 21 melodieën op teksten van Albert Giraud
Meer info: https://www.festival-artonov.eu/nl/evenement/pierrot-lunaire