Altviool, Gaspar Borbon, Brussel, 1692, inv. 2836
Altviool, Gaspar Borbon, Brussel, 1692, inv. 2836
De viool deed in de loop van de 16de eeuw haar intrede in onze streken. Ze brak pas echt door in de daaropvolgende eeuw toen haar spelmogelijkheden en haar kwalitatief hoogstaande bouw verspreid geraakten. Ook het Hof in Brussel nam vioolbouwers in dienst die instonden voor de herstellingen en het onderhoud van de instrumenten. Onder hen bevond zich Gaspar Borbon.
Deze altviool van zijn hand heeft zijn originele 17de-eeuwse karakter bewaard, wat zeldzaam is. De toets is korter dan bij hedendaagse violen en vertoont een versiering met ebbenhouten inlegwerk in de vorm van ruiten. De hals staat recht op de klankkast, terwijl hij bij hedendaagse violen naar achteren helt. Bovendien zijn de vier uitstekende hoekpunten erg lang. Dit detail verwijst naar de archaïsche manier van bouwen, die in onze contreien tot het einde van de 18de eeuw in gebruik bleef. De verschillende delen werden niet alleen aan elkaar gelijmd, maar in elkaar verankerd. De hoekpunten werden verlengd om een groter hechtingsvlak te verkrijgen.