Basmandoline, Giovanni Storino, Italië, 1725 (of 1705), inv. 0254
Chitarrone, Matteo Selos, Italië, 1612-1652, inv. 0255
Le magasin de mandolines, Vicenzo Capobianchi (1836-1928), Italië, © Wikigallery.org
De basmandoline met inventarisnummer 0254 (fig.1) is een van de eerste aanwinsten van het Muziekinstrumentenmuseum. Victor-Charles Mahillon, de eerste conservator van wat toen nog het Musée instrumental du Conservatoire werd genoemd, kocht het, samen met de chitarrone 0255 (fig.2), in 1878 van de Italiaanse schilder Vincenzo Capobianchi (1836-1928). Beide instrumenten zijn te zien op een schilderij van deze kunstenaar, getiteld ‘Le magasin de mandolines’ (de mandolinewinkel, fig.3).
In de basmandoline kleeft een etiket waarop het volgende te lezen staat: ‘Joannes Storino fecit / Anno Domini die 10 / Martij 1725 (of 1705)’. Het is het enige instrument waarop de naam van bouwer Giovanni Storino terug te vinden is. Op de hals van de mandoline lezen we Il pellegrino (de pelgrim).
De romp van de mandoline zou oorspronkelijk van een luit kunnen geweest zijn. Toen ze werd omgebouwd tot basmandoline, werd het klankblad voorzien van een slagplaat, zoals bij het merendeel van tokkelinstrumenten die met een plectrum bespeeld worden. Het bovenste deel van de hals is rijkelijk versierd en heeft een dubbele schroevenkast. Deze is hoogst origineel, met stemschroeven die aan de achterkant van het instrument zitten voor het ‘petit chœur’ (6 koren van 2 snaren) en zijdelingse stemschroeven voor het ‘grand chœur’ (8 enkele snaren – er zit 1 ongebruikte stemschroef in). Een naar achter gerichte krul tooit de kop van het instrument.
Tekst: Anne-Emmanuelle Ceulemans
Bibliografie
Stephen Morey, Mandolins of the 18th century, Cremona, Turris, 1993, p. 129-130