Continuum Fingerboard, Lippold Haken, Illinois, voor 2016, inv. 2016.0089
© Lippold Haken, 2016
© Lippold Haken, 2017
De continuum fingerboard (fig.1) is een elektromechanisch instrument van het controller synthesizer-type. Van het traditionele klavier houdt het instrument alleen het toetsenpatroon over, als hulpmiddel voor de uitvoerder. De bovenzijde is glad, zoals de toets (fingerboard) van een viool, waardoor je alle mogelijke tonen tussen de intervallen van de chromatische toonladder kunt spelen. In die zin is de continuum fingerboard meer verwant met de ondes Martenot (zie instrument van de maand juli 2013) dan met een gewoon elektrisch klavier. Vandaar dat het instrument wel eens een fretless klavier wordt genoemd.
De continuum fingerboard wordt nog altijd met de hand gemaakt door zijn uitvinder, Lippold Haken, professor elektrotechniek en informatica aan de universiteit van Illinois. Haken ontwikkelde de continuum medio de jaren 1980, en bracht hem op de markt in 1999.
De muzikant plaatst zijn vingers op een toplaag van neopreen (synthetisch rubber), waaronder zich honderden aluminiumstaafjes op veren bevinden. Aan de uiteinden van deze staafjes zitten elektromagnetische sensoren die de informatie (positie, druk, beweging) doorgeven die gevormd wordt met de vingers (fig.2).
Die informatie wordt dan verwerkt door een DSP (Digital Signal Processor) en omgezet in MIDI (Musical Instrument Digital Interface)-gegevens. Anders dan bij de andere MIDI master keyboards vereist de continuum een specifieke synthesizer om alle technische variaties in het spel te kunnen weergeven. Zo is het instrument sinds 2008 voorzien van een modulaire interne synthesizer, de EaganMatrix, die werd ontworpen door Edmund Eagan, een vriend van Lippold Haken. Terwijl je met een gewoon MIDI-klavier een klank alleen kan starten of stoppen, met nuances die minder of meer aanslaggevoelig zijn, maakt de continuum een even complex spel mogelijk als op gelijk welk akoestisch instrument.
De pick-ups onder het oppervlak reageren bijzonder precies op het vingerspel in drie dimensies: x, y et z. Met een toonhoogteresolutie van 0,1 cent (een halve toon = 100 cents) over de hele lengte van het instrument (x), kan de toonhoogte continu geregeld worden voor portamento-effecten (glijdende bewegingen) . De positie in de diepte (y) bepaalt de klankkleur, en de positie in de hoogte (z) regelt het klankvolume. Een ingedrukte noot kan dus in de loop van het spel evolueren in deze drie dimensies (fig.3). Een andere applicatie kan ook de trilling van een vinger omzetten in een vibrato, wat onmogelijk is op een klavier, maar zo kenmerkend voor onder meer het viool- en gitaarspel. De continuum kan bovendien meerstemmigheid aan tot zestien stemmen.
Volgens Lippold Haken vergt het, net zoals bij elk ander instrument, vele jaren leertijd en vervolmaking om de handigheid in de vingers te hebben die de continuum fingerboard vereist: ‘Most of the instrument’s expression does not come from the sound itself; rather, it comes from what you do with your fingers.’
Tekst: Matthieu Thonon