Reisklavecimbel

Grote instrumenten zoals het klavecimbel hadden in de 17de en 18de eeuw vaak erg te lijden onder lange transporten. De uitvinding van Jean Marius uit de vroege 18de eeuw speelde in op dat probleem. Hij bracht een heus reisklavecimbel uit. Als productief ontwerper heeft Jean Marius verschillende uitvindingen op zijn naam: een verplaatsbaar orgel, een klavecimbel met hamertjes, een gestreken klavierinstrument, maar ook een paraplu, een plooitent, een waterpomp en zelfs een nieuw type kaars. Zijn concurrenten betwijfelden echter sterk dat hij de uitvinder was van het reisklavecimbel en het klavecimbel met hamertjes, en hebben dat juridisch aangevochten.

De klankkast van het reisklavecimbel bestaat uit drie afzonderlijke delen, die in elkaar geplooid kunnen worden tot een rechthoekige koffer. De toetsen van het klavier zijn ook in drie reeksen verdeeld en kunnen in de kast geschoven worden. Dit technisch vernuft heeft echter ook een keerzijde: door de klankkast in drie delen te verdelen, verdwijnt het homogene timbre van het instrument.