Schouderharp, Egypte, ca. 1500 v. Chr., inv. 6194
De harp is in de loop van het derde millennium v. Chr. ontstaan in Mesopotamië en deed zijn intrede in Egypte rond 2700 v. Chr. Hij ontwikkelde zich in verschillende vormen en formaten. De schouderharp, die thuishoort in de categorie van de boogharpen, verscheen onder de regering van Thoetmozes III (ca. 1480 v. Chr.). In vergelijking met andere harpen die gedurende 2500 jaar in gebruik bleven in Egypte, verdween hij al na 100 jaar. Nochtans zijn de harpen die vandaag bewaard gebleven zijn meestal schouderharpen. Afbeeldingen in graftomben tonen aan dat het instrument op de linkerarm of -schouder gedragen werd met de snaren naar buiten toe. De klankkast was tamelijk smal en kon tot 65 cm lang zijn. Vier snaren waren aan een gebogen hals bevestigd, die uit de klankkast voortkwam. Een dierenhuid waarin klankgaten uitgesneden waren, bedekte de klankkast. Onder het vel liep een dunne snarenhouder over de volledige lengte van de klankkast, waaraan het andere uiteinde van de snaren bevestigd was. De snaren, het vel en de snarenhouder zijn verdwenen bij dit exemplaar, maar dat neemt niet weg dat het een uitzonderlijk instrument is. Het is het oudste stuk in de collectie van het MIM.