Januari 2022
Bariton sudrofoon, François Sudre, Parijs, na 1892, inv. 2005.035 (voorkant)
Bariton sudrofoon, François Sudre, Parijs, na 1892, inv. 2005.035 (achterkant)
Postkaart, Frankrijk, begin 20e eeuw
Uittreksels uit de catalogus van de firma F. Sudre, Parijs, 1905. Met de toestemming van Dirk Arzig.
Uittreksels uit de catalogus van de firma F. Sudre, Parijs, 1905. Met de toestemming van Dirk Arzig.
Uittreksels uit de catalogus van de firma F. Sudre, Parijs, 1905. Met de toestemming van Dirk Arzig.
Op zoek naar nieuwe klanken
Lang vóór de ontwikkeling van elektriciteit en elektronica werd gezocht naar manieren om het timbre van muziekinstrumenten te wijzigen of nieuwe klanken te creëren. Deze zoektocht was bijzonder intens in de 19e eeuw, een periode van grote vernieuwing en verbeteringen van allerlei aard. Er verschenen veel nieuwe instrumentale stemmen, zoals de saxofoon, die iedereen nu kent, of de sudrofoon, die bijna iedereen vergeten is.
François Sudre, een Adolphe Sax-imitator?
Over het algemeen vertrekken uitvinders van bestaande instrumenten die zij volgens hun eigen ideeën verbeteren, wijzigen en kruisen. Dat deed ook François Sudre (1843-1919), een instrumentmaker die oorspronkelijk uit Carcassonne kwam maar zich in de jaren 1860 in Parijs vestigde. Hij was een uitstekend koperblaasinstrumentenmaker en richtte de Association générale des ouvriers op, een fabriek die hij organiseerde als een coöperatieve van arbeiders en gespecialiseerde ambachtslieden. Zij voerden toen al die campagne voor kortere arbeidstijden.
In 1892 vroeg Sudre een octrooi aan voor de sudrofoon. Het ging in feite om een hele familie instrumenten met een mondstuk waarvan de boring (de vorm van de luchtkolom) overeenkwam met de saxhoorns van Adolphe Sax. Sudre gaf ze echter een zeer typische vorm, geïnspireerd door de ophicleïde, met de hoofdbuizen zeer dicht bij elkaar en verbonden door een u-bocht. De ventielen zijn evenwijdig aan de beker geplaatst en er wat verder van verwijderd. Er zijn sudrofoons in verschillende maten, van sopraan tot contrabas.
Good vibrations
De originaliteit van deze instrumenten ligt in een klein, relatief onopvallend onderdeel: een cilinder met daarin een dun zijden membraan dat via een rechthoekige opening in verbinding staat met de binnenkant van de beker. Deze opening kan door de speler worden geopend of gesloten, waardoor het membraan al dan niet gaat trillen. Als het niet meetrilt, klinkt de sudrofoon zoals een saxhoorn. Het geluid wordt echter helemaal anders door de trilling van het membraan. Dit is ook de manier waarop de mirliton of de kazoo werkt, waarbij de menselijke stem door het vibrerende membraan wordt getransformeerd. Bij de sudrofoon kunnen zowel de mate van opening als de spanning van het membraan worden veranderd om het timbre te variëren. Dit principe zou ook kunnen worden aangepast aan andere instrumenten zoals de kornet, de trompet en de trombone.
Volgens de ontwerper kan het systeem een hele reeks instrumenten imiteren, zoals de saxofoon, de klarinet, de fagot en een heleboel strijkinstrumenten. In de catalogus van de firma Sudre van 1905 staat dat het geluid van de baritonsudrofoon ‘krachtig en zoet’ is en dat door het membraan te verstellen verschillende timbres kunnen worden verkregen die ‘perfect doen denken aan die van de tenorsaxofoon, fagot en cello’. Een ander - vooral economisch - voordeel dat de uitvinder noemt, was de mogelijkheid voor een orkest om zijn klanken te variëren zonder het aantal musici te verhogen.
Muzikaal Darwinisme?
Het was een ambitieus programma dat nooit echt werd gerealiseerd. Dit type instrument heeft immers niet het verwachte succes gekend en is niet onmisbaar geworden. Sudre kreeg wel een Grand Prix op de wereldtentoonstelling van 1905 in Luik, waar hij zijn familie van sudrofoons presenteerde. Maar er was een soort van natuurlijke selectie en de tak stierf vanzelf uit. Concurrentie met andere instrumentfamilies moet een rol hebben gespeeld, en waarschijnlijk beantwoordden deze instrumenten niet aan de smaak van de musici en het publiek. Eerlijkheidshalve moeten we immers toegeven dat het geluid van de sudrofoon meer doet denken aan een defect instrument dat een paar luchtlekken heeft gehad dan aan een cello van Stradivarius... althans voor 21e-eeuwse oren.
Tekst: Géry Dumoulin