Trombone met zeven bekers, Adolphe Sax, Parijs, eind 19e eeuw, inv. 1288
Trombone met zeven bekers, Adolphe Sax, Parijs, eind 19e eeuw, inv. 1288
Trombone met zeven bekers, Adolphe Sax, Parijs, eind 19e eeuw, inv. 1288
Met zijn uitvinding van zes onafhankelijke ventielen uit 1852, geperfectioneerd in 1867, probeerde Adolphe Sax de trombone een nieuw elan te geven. Sinds zijn ontstaan in de 15de eeuw was het instrument immers nauwelijks veranderd en bouwers beschouwden de schuif als ouderwets en onhandig. Met het nieuwe systeem konden de grondtoon en zijn boventoonreeks veranderd worden door een van de zes ventielen in te duwen in plaats van de buis uit te schuiven. Aanvankelijk werd het instrument met veel enthousiasme onthaald. In het conservatorium van Parijs werd zelfs een klas opgericht voor trombone met zes ventielen. Het zag er even naar uit dat ze de oude schuiftrombone zou vervangen. De complexe constructie en de nieuwe, ingewikkelde vingerzettingen deden het succes echter gauw tanen.
De hier getoonde trombone heeft zeven klankbekers. Ze trekt het principe van zes onafhankelijke ventielen verder door en verbindt elk ventiel met een eigen klankbeker. De zevende en grootste klankbeker klinkt wanneer geen enkel ventiel gebruikt wordt. De zeven bekers komen overeen met de zeven mogelijke posities van de vroegere schuif.