Serpentenluchter

Deze kroonluchter behoorde toe aan de harmonie van Puurs, een gemeente in de provincie Antwerpen, voor het mim hem rond 1900 kon verwerven. Hij was oorspronkelijk samengesteld uit twaalf serpenten. Twee ervan waren in te slechte staat en bevinden zich in de reserves van het museum.

Een serpent is een blaasinstrument. Het dankt zijn naam aan zijn gebogen klankbuis, die ongeveer 2,5 m lang is. Het is samengesteld uit twee uitgeholde helften, die bij elkaar gehouden worden door een zwart leren omhulsel. Het mondstuk is vergelijkbaar met dat van een tuba. Het instrument heeft twee groepen van drie vingergaten. In de 17de eeuw werd het serpent vooral gebruikt voor de begeleiding van kerkgezangen en in de 18de eeuw diende het als basinstrument in harmonie-orkesten. Het geraakte in onbruik door de opkomst van de ophicleïde en de tuba in het midden van de 19de eeuw. Doordat de harmonie van Puurs er een kroonluchter van maakte, bleven deze instrumenten bewaard, weliswaar als decoratieve rariteit. De serpenten zijn gemonteerd rond een schellenboom met typische elementen: klokjes, belletjes, een halve maan, een zon en een lier. De mondstukken die normaal bovenaan op de serpenten gezet worden, zijn verwijderd om plaats te maken voor kaarsjes.