Het MIM en het Koninklijk Muziekconservatorium
Kort na de oprichting van het museum in 1877 werd de verzameling opgeslagen in de Wolstraat, in een bijgebouw van het Koninklijk Muziekconservatorium. Het conservatorium betrok een nieuw gebouw aan de Regentschapsstraat dat ontworpen was door architect Jean-Pierre Cluysenaar.
Daarnaast kreeg het museum ook een herenhuis op de hoek met de Kleine Zavel, waarin directeur François-Auguste Gevaert (1828-1908) zijn intrek nam. Maar de verzameling groeide zo vlug aan dat het noodzakelijk bleek om nieuwe lokalen te vinden.
Bovendien moesten de omstandigheden verbeterd worden waarin de...
Kort na de oprichting van het museum in 1877 werd de verzameling opgeslagen in de Wolstraat, in een bijgebouw van het Koninklijk Muziekconservatorium. Het conservatorium betrok een nieuw gebouw aan de Regentschapsstraat dat ontworpen was door architect Jean-Pierre Cluysenaar.
Daarnaast kreeg het museum ook een herenhuis op de hoek met de Kleine Zavel, waarin directeur François-Auguste Gevaert (1828-1908) zijn intrek nam. Maar de verzameling groeide zo vlug aan dat het noodzakelijk bleek om nieuwe lokalen te vinden.
Bovendien moesten de omstandigheden verbeterd worden waarin de instrumenten werden bewaard in de reserves. De situatie werd kritiek en in 1926 dreigde Louis Cavens er zelfs mee dat hij zijn schenkingen aan het MIM zou terugeisen als de regering geen geschikte maatregelen nam. Hij kreeg beloften in die zin, maar er kwam alleen een voorlopige oplossing uit de bus. De reserves in de Wolstraat werden vergroot en het mooie gebouw op de hoek met de Zavel werd verbouwd tot een tentoonstellingsruimte.
Old England gebouw
Pas op het einde van de jaren 1970 werd de federale overheid er zich van bewust dat er een globale oplossing voor het MIM gevonden moest worden. De collectie was toen verspreid over een vijftiental huizen in de Zavelwijk en in de Noordwijk. De voormalige Old England-gebouwen werden aangekocht in 1978 om er zowel de tentoonstellingszalen als de reserves en de administratie van het MIM in onder te brengen.
Het betrof twee gebouwen in heel verschillende stijlen. Het neoklassieke gebouw aan het Koningsplein maakt deel uit van een globaal ontwerp voor het hele plein dat in 1774 werd...
Pas op het einde van de jaren 1970 werd de federale overheid er zich van bewust dat er een globale oplossing voor het MIM gevonden moest worden. De collectie was toen verspreid over een vijftiental huizen in de Zavelwijk en in de Noordwijk. De voormalige Old England-gebouwen werden aangekocht in 1978 om er zowel de tentoonstellingszalen als de reserves en de administratie van het MIM in onder te brengen.
Het betrof twee gebouwen in heel verschillende stijlen. Het neoklassieke gebouw aan het Koningsplein maakt deel uit van een globaal ontwerp voor het hele plein dat in 1774 werd verwezenlijkt onder leiding van architect Barnabé Guimard. Die had zich geïnspireerd op de place Stanislas in Nancy.
Het gebouw aan de Hofberg is een van de mooiste panden in art nouveau van Brussel. Het werd gebouwd in 1899 naar een ontwerp van architect Paul Saintenoy. Bovendien besloot men nog een derde, nieuw gebouw op te richten aan de Villa-Hermosastraat voor de reserves van niet-tentoongestelde stukken.
De werkzaamheden hebben verscheidene jaren geduurd. In december 1998 heeft het MIM officieel de sleutels van de gebouwen in ontvangst genomen. De verzameling is overgebracht in de loop van 1999, de verhuizing nam tien maanden in beslag. Het nieuwe MIM opende zijn deuren in juni 2000.